Wat is de impact van de coronacrisis op de prestaties van onze studenten?

2019-20 was omwille van de coronacrisis een bijzonder academiejaar. In maart was er de razendsnelle overstap van fysiek naar digitaal onderwijs. Heeft dat invloed gehad op de onderwijsprestaties? Deze vraag willen we hier voor een stuk beantwoorden door de Ā onderwijsprestaties van de Odisee-studenten in academiejaar 2019-20 te vergelijken met de onderwijsprestaties in eerdere academiejaren.

We beperken ons hier tot deĀ generatiestudenten: dit zijn studenten die zich voor het eerst inschrijven in het Hoger Onderwijs in Vlaanderen. De overstap naar het Hoger Onderwijs is op zich vaak al niet eenvoudig, voor de generatiestudenten van 19-20 kwam daar ook nog eens de overstap naar digitaal onderwijs bovenop. We focussen op deĀ professionele bacheloropleidingen (PBA), de graduaten zijn pas gestart in 2019-20 en vergelijkingen met eerdere academiejaren zijn dan ook nog niet mogelijk. Tot slot beperken we de analyse tot opleidingenĀ in een regulier traject. We laten het afstandsonderwijs even buiten beschouwing vanuit de veronderstelling dat de overstap naar digitaal onderwijs de grootste impact heeft gehad op studenten in een regulier traject.

We maken de vergelijking voor een aantal indicatoren.

  1. percentage studiepunten waarvoor een credit werd gehaald

We nemen per academiejaar de verhouding tussen het aantal studiepunten waarvoor een credit werd behaal en het totaal aantal opgenomen studiepunten. Tabel 1 toont de waarde van deze indicator voor Odisee als geheel (PBA-generatiestudenten in regulier traject)

Tabel 1: % studiepunten waarvoor credit werd behaald 2015-16 ā€“ 2019-20

Ā 

2015-2016

2016-2017

2017-2018

2018-2019

2019-2020

generatiestudent

61,3%

62,6%

62,4%

61,3%

66,9%

Tabel 1 toont dat er in academiejaar 2019-20 in verhouding meer credits zijn behaald. Daar waar die percentages in de periode 2015-16 ā€“ 2018 -19 vrij constant blijven, zien we een duidelijke stijging in 2019-20. Per opleiding kan deze indicator verschillen, zoals blijkt uit grafiek 1, die je hiernaast kan vinden.Ā Grafiek 1 geeft de evolutie van het % studiepunten waarvoor een credit werd behaald (verschil 2019-2020 en gemiddelde 2015-2016 ā€“ 2018-2019) voorĀ generatiestudenten weer.Ā 

Ā Hoe deze tabel begrijpen? In 2019-20 behaalden de generatiestudenten van opleiding 1 voorĀ  82,1% van alle opgenomen studiepunten een credit. In de periode 2015-16 tot en met 2018-19 was dit gemiddeld voor 66,8% van de studiepunten het geval. Het verschil tussen beide bedraagt dus 15,3% (82,1%-66,8%). De grafiek toont enkel dat verschil. Opleidingen zijn gerangschikt van hoog naar laag op basis van dat verschil.

In opleiding 1 behaalden de generatiestudenten in 2019-20 ongeveer 15% meer credits dan het gemiddelde van academiejaren 2015-2016 ā€“ 2018-2019. Grafiek 1 toont dat de tendens die op Odisee niveau wordt vastgesteld niet in alle opleidingen van toepassing is. Er zijn opleidingen met een (sterke of minder sterke) stijging maar ook opleidingen met een daling.

Verklaringen vinden is natuurlijk niet eenvoudig. Vele factoren kunnen een rol spelen: verschillen in het profiel van de studenten (vooropleiding, beschikbare infrastructuur, thuissituatie, omgang met de digitale onderwijssituatie), het beschikbare lesmateriaal, de gebruikte examenvormen, de aard van de opleiding, het ontbreken van afleiding, eventuele mildheid van de docenten, fraude,ā€¦

Een bespreking binnen de opleiding en/of het studiegebied kan nuttig zijn om verklaringen te vinden, goede praktijken in kaart te brengen en valkuilen te benoemen.

Voor Odisee als geheel ligt de verhouding tussen behaalde credits en opgenomen studiepunten in 2019-20 hoger dan in eerdere academiejaren. Zou dit evenzeer gelden voor beursstudenten als niet-beursstudenten? Dat is een tweede onderzoeksvraag.

Grafiek 1: Evolutie van het % studiepunten waarvoor een credit werd behaald (verschil 2019-2020 en gemiddelde 2015-2016 ā€“ 2018-2019) ā€“ generatiestudenten
  1. percentage studiepunten waarvoor een werd credit (beursstudenten versus niet-beursstudenten?)

Tabel 2: % studiepunten waarvoor credit (%STP) werd behaald 2015-16 ā€“ 2019-20 ā€“ beursstudenten en niet-beursstudenten

Ā 

Ā Beursstudent

2015-2016

2016-2017

2017-2018

2018-2019

2019-2020

generatiestudent

J

52,1%

49,9%

51,2%

51,4%

57,1%

Ā 

N

65,5%

67,8%

67,4%

66,0%

71,5%

Uit tabel 2 blijkt dat de opwaartse knik die we vaststellen in academiejaar 2019-20 zich zowel voordoet bij beurstudenten als niet-beursstudenten. De trend dat beursstudenten het algemeen minder goed doen dan niet-beursstudenten wordt wel bevestigd.

  1. Percentage starters dat zich herinschrijft

Dit percentage lag voor de starters van 2019-20 in dezelfde lijn als voor de starters van eerdere academiejaren. Ā De coronacrisis lijkt dus weinig invloed gehad te hebben op de herinschrijvingscijfers aan Odisee.

  1. Diplomarendement

Voor deze indicatoren tellen we het aantal studenten dat potentieel kon diplomeren in 2019-20 en gaan na elk aandeel daarvan haalde ook effectief het diploma haalde. Dat aandeel ligt in lijn met vorige academiejaren, er kan gesproken worden van een kleine stijging. Voor 2019-20 gaat het om 83%. De academiejaren voordien was dat telkens ongeveer 80%.

Conclusies

  • Globaal zijn er binnen odisee in 2019-20 meer credits gehaald ten opzichte van het aantal opgenomen studiepunten. Er zijn wel verschillen tussen opleidingen, in sommige opleidingen is er sprake van een sterke stijging, maar er zijn opleidingen die een daling laten optekenen voor bepaalde types van studenten.
  • Die globale stijging zien we ook bij de beursstudenten.
  • Het percentage studenten dat zich na een eerste inschrijving in 2019-20 opnieuw aan Odisee heeft ingeschreven in academiejaar 2020-21 is gelijkaardig aan het percentage van eerdere academiejaren.
  • Het diplomarendement voor 2019-20 ligt in lijn met het percentage in eerdere academiejaren.