Belang dat gehecht wordt aan voeding(smiddelen)

Om na te gaan hoeveel belang personen met ON hechten aan bepaalde voedingsmiddelengroepen, en of dit verschilt van personen zonder ON, werden 1028 proefpersonen in eigen onderzoek bevraagd. De deelnemers kregen eerst volgende vraag stelling voorgelegd:

“Bij de aankoop van voeding is gezonde voeding …. voor mij”

waarbij ze uit volgende antwoordcategorieën konden kiezen om de zin aan te vullen: helemaal niet belangrijk, niet belangrijk, belangrijk noch onbelangrijk, belangrijk of heel belangrijk. In onderstaande tabel staan de resultaten weergegeven van de deelnemers, per DOS-categorie (n = 1024).

Tabel 4: Belang aankoop van gezonde voeding, weergegeven in percentage per DOS-groep (eigen onderzoek)

Uit het onderzoek blijkt een significant verband tussen de DOS-categorie en het belang dat gehecht wordt aan de aankoop van gezonde voeding (chi square, p = 0.000): hoe hoger de DOS-categorie, hoe groter het belang.

Bijkomend werd aan de deelnemers gevraagd welk belang ze hechten aan specifieke voedingsmiddelengroepen. Voor 14 voedingsmiddelengroepen konden de deelnemers ook hier volgende antwoordopties aanduiden: helemaal niet belangrijk, niet belangrijk, belangrijk noch onbelangrijk, belangrijk of heel belangrijk. De voedingsmiddelengroepen die bevraagd werden zijn: water, groenten, fruit, brood, graanproducten, aardappelen, noten en zaden, peulvruchten, oliën en andere vetstoffen, eieren, kaas, melk en alternatieven, vis, en vlees.

Tabel 5: Belang dat gehecht wordt aan specifieke voedingsmiddelengroepen, *p < 0.05 = significant (eigen onderzoek)

Uit bovenstaande tabel blijkt bij enkele voedingsmiddelengroepen een duidelijk statistisch verband  tussen het belang dat er aan gehecht en de score op de DOS. Voor water, groenten, fruit, noten en zaden, peulvruchten en eieren neemt het belang dat eraan gehecht wordt toe naarmate de DOS-categorie stijgt. Voor brood en vlees neemt het belang af naarmate de DOS-score toeneemt.