Dieetgedrag

Zoals eerder vermeld, wordt ON gekenmerkt door een obsessieve en pathologische preoccupatie met voeding (Cena et al., 2019). Voedingsmiddelen waarvan de persoon met ON denkt dat ze schadelijk zijn voor de gezondheid, worden geschrapt uit het voedingspatroon (Galfano et al., 2022). Personen die zichzelf restricties opleggen, zowel omwille van ethische redenen als met een vermageringsdoel, blijken dan ook meer orthorectisch gedrag vertonen dan personen die dit niet doen (Barthels, Meyer & Pietrowsky, 2018).

Dit wordt bevestigd in eigen onderzoek, waaruit blijkt dat er een statistisch significant verband bestaat tussen het volgen van een dieet en de totaalscore op de DOS (p < 0.001). Het percentage deelnemers dat een dieet volgt neemt ook toe naarmate de score op de DOS toeneemt: van de laagscoorders volgt 9,9% (86/870) een dieet, bij de at risk-groep is dit 34,7% (41/118) en bij de hoogscoorders 41,9% (18/43). Bovendien blijkt dat de gemiddelde DOS-score van deelnemers die Ć©Ć©n of meerdere diĆ«ten gebruiken (23,5 Ā± 4,72), significant hoger ligt dan bij deelnemers die geen dieet volgen (18,9 Ā± 4,75) (p < 0,001).

De concrete invulling van welke voedingsmiddelen al dan niet als ongezond beschouwd worden, verschilt zeer sterk naargelang de persoon met ON. Dit resulteert in zeer diverse ā€˜dieetpatronenā€™ (Douma, Valente & Syurina, 2021; Galfano et al., 2022). In het vervolg van deze alinea wordt dan ook nagegaan of er specifieke diĆ«ten zijn die in verband kunnen gebracht worden met ON.

Strahler et al. (2018) bevroegen het dieetgedrag van 713 personen, waarvan 27 (3,8%) orthorectisch eetgedrag vertoonden (DOS ā‰„ 30). Zij vonden een positief, maar niet-significant, verband tussen het volgen van een Mediterraan dieet en orthorectisch eetgedrag (Strahler et al., 2018).

Ferreira & Coimbra (2020) bestudeerden het verband tussen dieetgedrag en orthorectisch eetgedrag (DOS ā‰„ 30). Uit deze resultaten blijkt dat omnivoren significant minder orthorectisch gedrag vertonen (16,9 Ā± 6,08), dan personen die een vegetarisch (20,4 Ā± 5,31), veganistisch (21,7 Ā± 7,29) of paleodieet (22,0 +Ā± 6,05) volgen (p = 0,000) (Ferreira & Coimbra, 2020). Verschillende studies lijken dit verband tussen een vegetarisch voedingspatroon en ON te bevestigen (Barthels, Meyer, & Pietrowsky, 2018; Luck-Sikorski et al., 2018; Chard et al., 2018). Een Duitse studie van Strahler et al. (2018) kon evenwel geen significant verband terugvinden tussen een meer plantaardig voedingspatroon en het voorkomen van ON.

Uit eigen onderzoek blijkt dat er een grote diversiteit bestaat in de diĆ«ten die gevolgd worden.  In onderstaande tabel staat een top 3 weergegeven van de meest gebruikte diĆ«ten per DOS-groep.

Laagscoorders (n = 86)

At risk (n = 41)

Hoogscoorders (n = 18)

Vegetarisch (32,4%)

Suikervrij (45,7%)

Koolhydraatarm (50%)

Lactosevrij/arm (25,4%)

Koolhydraatarm (42,9%)

Dieet vrij van ultrabewerkte voedingsmiddelen (50%)

Pescotarisch (24,3%)

Vegetarisch (36,1%)

Pescotarisch (42%)

Tabel 10: Top 3 gebruikte diƫten per doscategorie (in % respondenten)

 

Deze diƫten werden in een minderheid van de gevallen gevolgd onder begeleiding van een diƫtist of arts: 28,7% van de laagscoorders, 23,8% van de at risk-groep en 33,3% van de hoogscoorders.

Bovenstaande resultaten geven een inzicht in het dieetgedrag van personen met ON. Daarnaast kan ook de vraag gesteld worden of ā€˜diĆ«tenā€™ op zich als een risicofactor kan beschouwd worden voor de ontwikkeling van ON.

Mensen die in het verleden een dieet gevolgd hebben, met een grote verandering in gewicht tot gevolg, lijken een hoger risico te hebben op het ontwikkelen van orthorectisch eetgedrag (McComb & Mills, 2019; Missbach et al., 2015). Ook uit enkele andere studies blijkt dat het verminderen van de voedsel- of energie-inname als voorspeller van ON kan gezien worden (Brytek-Matera et al., 2018; Strahler et al., 2018; Douma, Valente & Syurina, 2021). Lijngericht dieetgedrag dient dus als belangrijke voorspeller van ON gezien te worden. Hier wordt verder op ingegaan in de psychologische profilering.