Looptijd
/
Financiering
Odisee - SGO

Een Arendsoog voor Rijke Interactie

In dit project zetten we in op de kwantiteit en kwaliteit van individuele spreekkansen bij kinderen die baat hebben bij extra taalondersteuning. Spreekkansen zijn niet gelijk verdeeld in veel klassen. Dat ontneemt sommige kinderen kansen om aan hun taalvaardigheid te werken. Via heel gerichte observaties en handelingsplannen na die observaties willen we elk kind in de klas aan het woord laten komen en op die manier de taalvaardigheid opbouwen. De observatietools die we ontwikkelen (observatietool voor kleuteronderwijs, observatietool voor eerste graad van het lager onderwijs, zelfreflectiescan voor kleuteronderwijs en zelfreflectiescan voor lager onderwijs) wakkeren het urgentiebesef aan en geven houvast aan leerkrachten om de interactiekwaliteit met en tussen de kleuters te verhogen.

De kracht van taal: spreekkansen vergroten bij stille kleuters en inzetten op meer en betere interactie met ORION

Leerkrachten merken vaak dat sommige kinderen erg spraakzaam zijn, terwijl andere kinderen moeite hebben om aan bod te komen in de klas. Dit kan te maken hebben met karaktereigenschappen of taalvaardigheid in de schooltaal. Mondelinge taalvaardigheid op jonge leeftijd is echter cruciaal. Het is niet alleen een indicatie van toekomstige schoolprestaties, maar het is ook essentieel voor de ontwikkeling van sociale vaardigheden en het welzijn van het kind.

Met ORION observeren we de spreekkansen van kinderen in de klas en gaan op zoek naar manieren om elk kind in de klas aan het woord te laten komen. We kijken zowel naar de spreekkansen die kinderen krijgen bij de leerkracht als hoe vaak en op welke manier kinderen praten met klasgenootjes.

Uit vorig onderzoek blijkt dat kinderen die als taalvaardig worden beschouwd door de leerkracht, vaker spreektijd krijgen, vaker zelf het woord nemen en vaker vragen stellen aan de leerkracht. Dat werkt het onevenwicht tussen meer en minder taalvaardige kinderen verder in de hand. De kinderen die het meeste nood hebben aan spreekkansen, worden vaak over het hoofd gezien.

Daarom maken we na het observeren met ORION actieplannen op maat van het kind, zodat kinderen die meer spreekkansen nodig hebben, die ook krijgen en beter geholpen worden.

 

Hoe kan je ORION inzetten in de klas? 

ORION is gebaseerd op het internationale instrument LISn (Atkins-Burnett et al., 2011) maar werd aangepast aan onze klassen. Het is eenvoudig in gebruik en vereist beperkte training. Een zorgleerkracht, collega of externe voert de observaties uit, waarbij de focus ligt op ƩƩn kind dat meer interactiekansen nodig heeft. De observaties worden een aantal keer gedurende twee minuten uitgevoerd. Na de observaties bespreken de observator en de leerkracht samen de resultaten en stellen ze een actieplan op om meer spreekmogelijkheden te creƫren. Het doel is om positieve elementen verder te ontwikkelen en meer interactiekansen te bieden, zowel tijdens de voorbereiding als de begeleiding.

Vormingen om ORION zelf in te zetten op school

Wil jij bijdragen aan een inclusieve en stimulerende leeromgeving met spreekkansen voor elk kind? Vraag dan een vorming aan (sara.verbrugge@odisee.be en laura.demunter@odisee.be via Odisee Advanced Education). Samen kunnen we ervoor zorgen dat elk kind gehoord wordt.

In mei 2025 staan twee informatiesessies gepland: op vrijdag 16 mei tussen 12u en 13u of op dinsdag 20 mei tussen 12u30 en 13u30. Ben je er graag bij, contacteer: sara.verbrugge@odisee.be.

Dank aan:

  • Saskia Timmermans, Marieke Vanbuel, Helena Taelman voor hun feedback op eerdere versies van ORION.
  • Ruth Van Wichelen voor de vormgeving.
  • De studenten van de lerarenopleiding van Odisee die een bijdrage geleverd hebben aan ORION: Paulien Permenter, Erin Lamers, Darya Perquy, Chany Cooman, Lucas Vernez, Jill De Rouck, Amber Malaise, Stien Van de Pol, Kelly Leeman.

Inspiratiebron die gebruikt werd om ORION te ontwikkelen:

Atkins-Burnett, S., Sprachman, S., Lopez, M., Caspe, M., & Fallin, K. (2011). The language interaction snapshot (LISn): A new observational measure for assessing language interactions in linguistically diverse early childhood programs. In C. Howes, J. T. Downer, & R. C. Pianta (Eds.), Dual language learners in the early childhood classroom (pp. 117-146). Baltimore, MD: Brookes Publishing. 

Atkins-Burnett, S., Sprachman, S., Lopez, M., Caspe, M., & Fallin, K. (2020). Language interaction snapshot + end of visit ratings (LISn + EVR). Mathematica Policy Research.

We verwijzen graag naar volgende verdere inspiratiebronnen van collega’s met tips om de interactie in de klas te stimuleren:

Algoet, M. (2017). Maximaal Megataal: meer tijd voor meer taal en meer denken in de kleuterklas.

Kleutergewijs. (2022, 12 oktober). Wat doe je als een kleuter jouw vraag niet kan beantwoorden? Kleutergewijs. https://kleutergewijs.wordpress.com/2022/10/12/wat-doe-je-als-een-kleuter-jouw-vraag-niet-kan-beantwoorden/

Taelman, H., Spilt, J., Vanblaere, B., Van Keer, H., & Verachtert, P. (2024). Taal in de kleuterklas: Praktijktips vanuit het onderzoek voor kwalitatief en inspirerend kleuteronderwijs. Odisee.

Van den Branden, K., & Vanbuel, M. (2024). Taal in de basisschool. 75 vragen over taalonderwijs en taalbeleid in het kleuter- en lager onderwijs. (pp. 1–340). Pelckmans; Antwerpen.

Maak kennis met de onderzoekers

Wil je meer weten over dit project?