LotaWEL - welzijnsevaluatie bij Lota lota
We ontwikkelen een soortspecifiek welzijnsprotocol met de zoetwaterkabeljauw als casestudy. Goed dierenwelzijn is een groeiend maatschappelijk topic dat ook steeds meer impact heeft op commerciële activiteiten met productiedieren, ook bij aquacultuur. Via literatuuronderzoek en gedragsexperimenten zoeken en valideren we bestaande welzijnsparameters specifiek voor deze studiesoort. Na het opstellen van dit welzijnsprotocol wordt het vervolgens gevalideerd in zowel kwekerijen, als in het onderzoekscentrum Aquacultuur van Odisee: Aqua-ERF. Bij de validatie in het onderzoekscentrum worden twee doelgerichte praktijkvragen beantwoord die vanuit het werkveld naar de voorgrond traden.
Goed dierenwelzijn is een groeiend maatschappelijk topic dat ook steeds meer impact heeft op commerciële activiteiten met productiedieren. Ook bij aquacultuur komt dierenwelzijn meer op de voorgrond, maar valt een inhaalslag te behalen. De variatie in vissoorten en hun ecologische behoeften maakt dat soort specifieke welzijnsprotocols nodig zijn. Twee verschillende speerpunten aan expertise worden gecombineerd: aquacultuur en dierenwelzijn.
De lota of zoetwaterkabeljauw (Lota lota) is nog betrekkelijk nieuw in het veld van aquacultuur, maar in volle opgang. Het op deze soort verrichte onderzoek situeert zich vooral in ecologische studies, het optimaliseren van kweekomstandigheden en groei van de jonge vissen. Het is een soort met een complexe natuurhistorie, zoals een nachtactieve en bentische levenswijze. De lota sector bestaat uit verschillende (kleine tot middelgrootte) viskwekerijen verspreid over Europa, met zwaartepunt in Duitstalige gebieden. In Vlaanderen is er één pootvisproducent (Aqualota) die pootvis aan al deze verschillende kwekerijen toelevert. Er is in Vlaanderen wel veel interesse in visteelt in recirculatiesystemen. Relevant hier is de interesse van een grote retailer om lotakwekerijen op te richten in Vlaanderen.
In dit project willen we een dergelijk welzijnsprotocol voor de zoetwaterkabeljauw ontwikkelen, gebaseerd op moderne inzichten vanuit dierenwelzijnswetenschap en versterkt door de onderzoeksresultaten van gedragsexperimenten (fase 1). Het opgestelde welzijnsprotocol wordt in fase 2 van het project in de praktijk gevalideerd op het niveau van kwekerijen, zowel in Vlaanderen als in het buitenland. Hierbij zullen studenten ons assisteren in het evalueren van het welzijn van de vissen op de verschillende kwekerijen. In een derde fase van het project worden twee experimenten op Aqua-ERF uitgevoerd om twee welzijngerelateerde praktijkvragen te onderzoeken.
Er wordt doorheen het onderzoek veel belang gehecht aan de praktische toepasbaarheid van het welzijnsevaluatieprotocol voor viskwekerijen, zodanig dat het inspeelt op de vragen vanuit de sector en eenvoudig kan geïmplementeerd worden, ook bij nieuwe vissoorten. Het werkveld wordt, reeds vanaf het begin, nauw betrokken door verschillende feedbackmomenten in te lassen.