Beleidsdoelstellingen en streefcijfers Odisee

Hieronder vind je de beleidsdoelstellingen van Odisee: Welke impact willen we bereiken? Wat gaan we daarvoor doen? Hoe gaan we meten of we impact bereikt hebben?

De beleidsdoelstellingen zijn een concretisering van de strategische doelstellingen voor de periode 2017-2027. Het directiecomitĆ© gebruikt ze om te bekijken of we met Odisee als geheel op koers blijven.

Bovendien kan elk team ermee bepalen op welke manier het aan de strategie van Odisee kan bijdragen. De teams formuleren daartoe eigen operationele doelstellingen in het kader van de beleidscyclus. De ijkpunten van het instellingsbreed kader voor curriculumopbouw (IKCO) vormen een bijkomend aanknopingspunt voor de opleidingsteams.

Bij elke doelstelling zie je aan welk van de Odisee-handelingsprincipes ze gekoppeld is (duurzaam, inclusief, wendbaar in cocreatie), en aan welke strategische doelstelling. Voor de academiejaren ā€˜24-ā€™25 en ā€˜25-ā€™26 zijn de doelstellingen m.b.t. inclusie en cocreatie het belangrijkst.

Student die met pijltje op dartsbord mikt

šŸ“Œ Met welke strategische doelstelling is dit verbonden?

Duurzaam ā€“ energiegevers: Evenwicht tussen leren en werken 

šŸ’” Wat willen we daarvoor doen?

We zetten voor en met elkaar in op: 

  • eigen ontwikkeling 
  • positieve teamdynamiek 
  • welzijn 
  • verbinding 
  • werkdruk beheersen door keuzes maken, leaner werken, samenwerken 

āœļø Hoe meten we of we impact bereikt hebben?

In de IDEWE enquĆŖte van oktober ā€™24 nemen we twee eerdere items op uit de O-experience personeel. We zien verbetering voor deze items:

  • correcte en haalbare werkbelasting
    • 46,9% van de collegaā€™s zei in feb. ā€™22 dat deze basisvereiste voldeed aan de verwachtingen (excl. ā€˜weet nietā€™). 
  • in welke mate zou je Odisee als werkgever aanraden aan werkzoekenden? ā€“ score op 10
    • In feb. ā€™22 bedroeg het percentage collegaā€™s dat 8 op 10 of meer gaf min het percentage collegaā€™s dat 5 op 10 of minder gaf 45,7%.

šŸ“Œ Met welke strategische doelstellingen is dit verbonden?

Inclusie: Breder scala lerenden en afstuderenden. 

Duurzaam: EfficiĆ«nte werking die ruimte creĆ«ert voor ontwikkeling 

šŸ’” Wat willen we daarvoor doen?

We verhogen onze instroom en de diversiteit in onze instroom. 

āœļø Hoe meten we of we impact bereikt hebben?

  • Instroom studenten nieuw in de opleiding AJ2324: absolute cijfers: stijging met minimum 5% ten opzichte van instroom AJ2223 (behaald).
  • Instroom studenten nieuw in de opleiding vanaf AJ2627: stijging aantal beursstudenten en studenten met migratieachtergrond op de Oost-Vlaamse campussen t.o.v. AJ2223 (toen was het aantal respectievelijk 516 en 297 studenten).*

*Het aandeel meertalige studenten op de Oost-Vlaamse campussen in AJ2223 (16%) ligt reeds dicht bij het aandeel leerlingen secundair dat aantikt op het leerlingenkenmerk ā€˜thuistaal niet-Nederlandsā€™ (18%, gegevens Dataloep). Het aandeel pioniersstudenten (34%) is vergelijkbaar met het aandeel op Odiseeniveau (36%). Daarom is er voor die uitgelichte socioculturele kenmerken geen streefcijfer. Deze data illustreren waarom we voor de andere kenmerken wel een streefcijfer formuleren.

šŸ“Œ Met welke strategische doelstelling is dit verbonden?

Inclusie: Breder scala lerenden en afstuderenden

šŸ’” Wat willen we daarvoor doen?

We verhogen de instroom van +25-jarige studenten in de bachelors, graduaten en BanaBaā€™s.

āœļø Hoe meten we of we impact bereikt hebben?

  • Instroom studenten nieuw in de opleiding AJ2425: absolute cijfers: stijging diplomacontracten van +25-jarige studenten met minimum 5% ten opzichte van instroom AJ2324.
    • In AJ2324 waren dit 733 studenten.
  • Verdere stijging in AJ2526, streefcijfer te bepalen in AJ2425.

šŸ“Œ Met welke strategische doelstelling is dit verbonden?

Inclusie: Breder scala lerenden en afstuderenden

šŸ’” Wat willen we daarvoor doen?

  • We nemen gerichte actie om onze doorstroom te verhogen, o.a. d.m.v. de verscherping van het (meer)talenbeleid.
  • We bevorderen een inclusie-mindset bij alle Odiseecollegaā€™s. 
    Elke collega participeert aan minstens Ć©Ć©n professionalisering m.b.t. inclusie tegen einde AJ2425.
  • We werken drempels weg. 
    • ā€‹We maken het O-statuut beter bekend tegen einde AJ2324.
    • We realiseren toegankelijkheid voor iedereen voor de publiek toegankelijke delen van de gebouwen van onze hogeschool.
  • We bevorderen de diversiteit in ons personeelsbestand. We creĆ«ren daartoe tegen einde AJ2425 zicht op relevante kenmerken van het personeel.
    Ons onboardingpakket voor personeel is inclusief tegen einde AJ2425.

āœļø Hoe meten we of we impact bereikt hebben?

  • We nemen met Odisee als geheel in AJ2627 een bovengemiddelde positie in qua doorstroom in Vlaanderen (gegevens overheid).
  • Als we eind AJ2627 op Odiseeniveau kijken naar het aandeel studenten dat 75% studie-efficiĆ«ntie haalt in het eerste jaar, is de kloof tussen studenten met Ć©Ć©n of meer uitgelichte socio-culturele kenmerken en studenten zonder deze kenmerken verkleind t.o.v. AJ2223.
    • Toen bedroeg de kloof 16% voor pioniers, 27% voor beursstudenten, 29% voor meertalige studenten en 31% voor studenten met migratieachtergrond.
  • Ten laatste vanaf einde AJ2829 neemt het aandeel van de studenten met uitgelichte socioculturele kenmerken en met vooropleiding arbeidsmarktfinaliteit dat zijn diploma behaalt toe t.o.v AJ2223.*
  • O-experience studenten mei AJ2526: Betere scores op items i.v.m. sense of belonging uit doctoraatsonderzoek Evelyn Morreel t.o.v. nulmeting in AJ2122.
  • Studiesucces studenten met O-statuut daalt niet tot en met AJ2728.
    • Voor academiejaren AJ1819 tot en met AJ2122 haalden 298 van de 472 nieuwe studenten met O-statuut (63,1%) in hun startjaar een studie-efficiĆ«ntie hoger dan 75%.
  • Streefcijfer voor toegankelijkheid van gebouwen: het DC bepaalt dit nadat de aanpak van de toegankelijkheidsscreening uitgewerkt is. 
  • Streefcijfer voor personeel: het directiecomitĆ© bepaalt dit zodra de nulmeting heeft plaatsgevonden. Het zal zich richten op de diversiteit in de populatie instromende collegaā€™s en de retentie van collegaā€™s met uitgelichte kenmerken.

* In de toekomst zal je in een graduaatsopleiding kunnen inschrijven met een diploma secundair onderwijs, onderwijskwalificatie 3, uitgereikt vanaf het schooljaar ā€™24-ā€˜25. We monitoren of er zich naar aanleiding daarvan evoluties voordoen waardoor we dit streefcijfer moeten aanpassen.

šŸ’” Wat willen we daarvoor doen?

  • We stroomlijnen de informatiedoorstroom naar studenten.
  • We streven ernaar dat 70% van de opleidingen het professionaliseringstraject volgt rond communiceren op het studentenplatform.

āœļø Hoe meten we of we impact bereikt hebben?

  • In AJ2324 gebruikt minstens 50% van alle studenten het studentenplatform ā€˜goedā€™. ā€˜Goedā€™ definiĆ«ren we als Ć©Ć©n tot drie maal per week aanloggen.
    • In januari 2024 lag dit cijfer op 42%.
  • In de O-experience van AJ2526 geeft maximum 15% van de studenten aan de basisvoorwaarde niet werd behaald op het vlak van heldere communicatie vanuit de opleiding over praktisch-organisatorische zaken. 
    • In de O-experience van AJ2223 lag dit cijfer op 19%.

šŸ“Œ Met welke strategische doelstellingen is dit verbonden?

Wendbaar: Voeling met nieuwe evoluties, antennes naar buiten gericht. Regisseur van eigen leren en loopbaan.

šŸ’” Wat willen we daarvoor doen?

Het aantal collegaā€™s dat deelneemt aan professionalisering groeit.

We bepalen het streefcijfer voor professionalisering nadat we een enigszins betrouwbare nulmeting kunnen doen. Het Europees richtcijfer (jaarlijks neemt 60% van het voltallige personeel excl. collega's met een tewerkstellingspercentage < 50% deel aan min. 3u. professionalisering) biedt een handvat om een minimumdoel te bepalen.

āœļø Hoe meten we of we impact bereikt hebben?

De beleids- en werkgroep professionalisering bracht manieren in kaart om de impact van het professionaliseringsbeleid te meten. Verder denkwerk hoe deze te operationaliseren is lopende.

šŸ“Œ Met welke strategische doelstelling is dit verbonden?

Cocreatie: vaardig in cocreatie extern.

šŸ’” Wat willen we daarvoor doen?

Vanaf AJ2728 neemt elke student voor het einde van de opleiding deel aan het cocreatief oplossen van een complex vraagstuk, in samenwerking met docenten, onderzoekers en/of actoren uit het werkveld of het bredere maatschappelijk veld.

āœļø Hoe meten we of we impact bereikt hebben?

O-experience studenten: item ā€˜Laat mij cocreĆ«ren rond complexe uitdagingen met het werkveld, professionals uit andere vakgebieden en/of maatschappelijke organisatiesā€™: aandeel studenten dat dit een sterk punt van de opleiding vindt, neemt toe vanaf AJ2728.

  • In AJ2223 vond 44,1% van de studenten dit een sterk punt.

šŸ“Œ Met welke strategische doelstelling is dit verbonden?

Cocreatie: vaardig in cocreatie intern

šŸ’” Wat willen we daarvoor doen?

Collegaā€™s: 

  • leren elkaars processen beter kennen
  • inspireren elkaar
  • werken constructief samen vanuit collectieve intelligentie en empathie voor elkaar.

āœļø Hoe meten we of we impact bereikt hebben?

O-experience personeel oktober ā€™25 toont verbetering voor het item ā€˜Vlotte samenwerking tussen verschillende onderdelen in de hogeschoolā€™: het aantal detractoren neemt af van 40% in feb. ā€™22 naar max. 25%. Eventuele vervolgstreefcijfers worden daarna bepaald.

šŸ“Œ Met welke strategische doelstellingen is dit verbonden?

Duurzaam: EfficiĆ«nte werking die ruimte creĆ«ert voor ontwikkeling

Wendbaar: Voeling met nieuwe evoluties, antennes naar buiten gericht

šŸ’” Wat willen we daarvoor doen?

Vanaf AJ2324 worden nieuwe opleidingen gebouwd en knipperlichtopleidingen geĆÆdentificeerd op basis van een duidelijke set criteria. Voor elk van deze opleidingen maken we een toekomstplan dat helder en duidelijk is voor alle betrokkenen.

āœļø Hoe meten we of we impact bereikt hebben?

Vanaf AJ2324 zien we dat het opleidingsaanbod van Odisee evolueert.