Geslacht

Ook voor wat betreft ā€˜geslachtā€™ is er geen duidelijke consensus omtrent het verband met ON. Hoewel de meerderheid van de studies geen verband lijkt te vinden tussen geslacht en het voorkomen van ON, blijkt uit enkele studies dat vrouwen een hoger risico hebben op de ontwikkeling van ON. Een belangrijke opmerking hierbij is, dat de deelnemers aan deze studies ook hoofdzakelijk vrouwen waren (McComb & Mills, 2019).

In een recente systematische review werd het verband tussen geslacht en orthorectisch eetgedrag uitvoerig bestudeerd. De geĆÆncludeerde studies werden opgedeeld op basis van het diagnostisch instrument dat gebruikt werd (ORTO-15, BOT, DOS of EHQ). Zestien studies maakten gebruik van de DOS, met in totaal 6511 deelnemers. Uit de analyse blijkt dat orthorectisch gedrag meer voorkomt bij vrouwen dan bij mannen. Het verschil was klein, maar wel statistisch significant (p = 0.001)(Strahler, 2019).

In eigen onderzoek bij 1140 proefpersonen werd het geslacht in kaart gebracht op basis van de score op de DOS. In onderstaande tabel is het percentage vrouwen, mannen of anders, weergegeven per DOS-groep (laagscoorder, at risk, hoogscoorder).

 

Laagscoorders

(n = 966)

At risk

(n = 127)

Hoogscoorders

(n = 47)

Man

281 (29,1%)

29 (22,8%)

3 (6,4%)

Vrouw

683 (70,7%)

98 (77,2%)

44 (93,6%)

Anders

2 (0,2%)

0 (0,0%)

0 (0,0%)

Tabel 2: Geslacht, weergegeven per DOS-groep (absoluut aantal + percentage binnen DOS-groep) (eigen onderzoek)

 

Uit bovenstaande tabel blijkt dat in de groep van de hoogscoorders opvallend minder mannen vertegenwoordigd zijn (6,4%) dan in de groep van de laagscoorders (29,1%) en de at risk (22,8%). Uit statistische analyse (categorie ā€˜andersā€™ buiten beschouwing gelaten) blijkt dat er een significant verband bestaat (p = 0.001) tussen geslacht en score op de DOS, waarbij er significant meer vrouwen voorkomen naarmate de DOS-score toeneemt.