Een sociale profilering omvat vele verschillende factoren. Enerzijds kunnen we de demografische factoren zoals leeftijd en geslacht hieronder plaatsen. Deze factoren werden reeds beschreven in de rubriek ā€˜biologische factorenā€™.

Ook opleidingsniveau wordt vaak als een sociale factor besproken. Alhoewel sommige studies een gemiddeld tot hoge educatie als een risicofactor voor ON beschreven (Douma, Valente & Syurina, 2021), kon dit niet bevestigd worden in andere studies (Strahler et al., 2018).

De netwerktheorie omschrijft het voorkomen van belangrijke levensgebeurtenissen als triggers voor het tot uiting komen van orthorectisch gedrag. De studie van Douma et al. (2021) vond hiervoor bevestiging en beschreven het voorkomen van bv. een recente scheiding, familieproblemen en een negatieve band met de familie in relatie met orthorectisch gedrag. Familie- en andere relaties of ruimer bekeken je persoonlijke leefomgeving (gezin, studie of werkomgeving en culturele aspecten) kunnen inderdaad een invloed uitoefenen op onze ideeƫn met betrekking tot voeding, de voedingskeuzes die we maken en het voorkomen van eetgestoorde gedragingen en attitudes - en dit blijkt voor wat betreft orthorectisch gedrag ook het geval (Valente et al., 2020).

Een laatste sociale factor die meer onderzoeksaandacht krijgt is de link tussen het sociale mediagebruik en het voorkomen van orthorectisch gedrag. Verschillende studies wijzen op de invloed van sociale media, maar ook van allerhande al dan niet op evidentie gebaseerde documentaires en voedingsblogs in de algemene media op onze voedings- en leefstijlkeuzes (Douma, Valente & Syurina, 2021; McComb & Mills, 2019).

Ook in ons onderzoeksproject onderzochten we de relatie tussen sociale media en het voorkomen van orthorectisch gedrag. Hiertoe werd aan een subgroep van deelnemers (n=329) gevraagd hoeveel uur per dag ze sociale media gebruikten. In onderstaande tabel is de gemiddelde tijd die besteed wordt aan sociale media weergegeven per DOS-categorie.

 

Laagscoorder

(n = 256)

At risk

(n = 53)

Hoogscoorder

(n = 20)

P

(ANOVA)

Tijd sociale media (uur/dag)

3,8 Ā± 4,42

3,8 Ā± 3,59

3,6 Ā± 2,70

0.984

 

Tabel 1: Gemiddelde tijd die gespendeerd wordt aan sociale media, weergegeven per DOS-groep (eigen onderzoek)

 

De gemiddelde tijd die door de deelnemers gespendeerd wordt aan sociale media schommelt tussen 3,6 en 3,8 uur per dag. Er werd geen significant verschil gevonden tussen de DOS-categorieƫn onderling. Personen met ON spenderen dus volgens eigen onderzoek niet significant meer tijd aan sociale media dan personen zonder ON.

Verder werd ook bevraagd welk specifieke sociale media-kanalen gebruikt worden. In onderstaande tabel wordt een overzicht weergegeven van het percentage gebruikers per DOS-categorie voor de verschillende bevraagde kanalen.

Kanaal

Laagscoorder

(n = 256)

At risk

(n = 53)

Hoogscoorder

(n = 20)

Geen (%)

2,7

1,9

0,0

Facebook (%)

94,9

88,7

100,0

Instagram (%)

79,7

86,8

95,0

YouTube (%)

62,1

75,5

75,0

Pinterest (%)

43,4

37,7

60,0

Twitter (%)

21,1

22,6

25,0

LinkedIn (%)

30,9

24,5

20,0

Snapchat (%)

45,3

45,3

45,0

Vine (%)

0,0

0,0

0,0

TikTok (%)

25,0

13,2

15,0

Andere (%)

7,0

1,9

0,0

Tabel 2: Gebruik van sociale media kanalen, weergegeven als percentage per DOS-groep (eigen onderzoek)

 

In alle drie de groepen zijn Facebook, Instagram en YouTube de meest gehandeerde kanalen. Voor Pinterest ligt het percentage gebruikers opvallend hoger bij de hoogscoorders. TikTok wordt dan weer door opvallend meer deelnemers die laag scoren op de DOS gebruikt. Verder zijn er geen opvallende verschillen op te merken tussen de groepen onderling voor wat betreft het soort sociale media-kanaal.